|
Op
een kleine planeet woonden eens mensen, die hard konden werken. Er woonden
er ook, die niet zo hard konden werken.
Dan waren er enkele mensen die heel erg hard konden werken, en nog
een paar andere mensen, die heel erg lui waren.
Het was dus met andere woorden net zoals overal in de ruimte.
Alleen,
de luie mensen zowel als de hardwerkende mensen gooiden alles wat
ze verbouwden - hoofdzakelijk verschillende soorten worteltjes - op
een hele grote hoop, die ze met elkaar deelden. Maar zo was het niet
overal. Tot op een dag iemand van de harde werkers zei: "Nu hebben we er genoeg van. Wij ploeteren en zweten van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat, en de anderen, die de hele tijd lui
lrondhangen en niets beter kunnen verzinnen dan naar de vogeltjes te
fluiten, komen toch maar netjes mee onze wortelltjes oppeuzelen." En in
plaats van hun worteltjes op de gemeenschappelijke hoop te gooien, zoals
ze steeds hadden gedaan, legden ze ieder voor zich hun eigen voorraad aan,
en aten ze tot ze dik waren. De echte luiwammessen haalden hun schouders op en bleven gewoon verder
eten van de grote hoop, en natuurlijk aten ze er meer van dan dat ze er
zelf naartoe brachten. De beetje harde werkers en de beetje luie mensen merkten op, dat nu
iedereen minder had dan voorheen, want de echte harde werkers hadden
natuurlijk steeds bijzonder veel worteltjes gebracht, veel meer dan ze
zelf konden opeten. Toen zeiden de beetje harde werkers: "Oke, wij gaan vanaf nu onze eigen
worteltjes ook zelf bijhouden." En voortaan gooiden ze hun worteltjes
ook niet meer op de grote hoop. In plaats daarvan maakte ieder van hen
zijn of haar eigen kleine worteltjesvoorraad thuis. En de beetje
luie mensen deden hetzelfde. "We hebben geen andere keuze", zeiden ze
tegen de luiwammessen. En nu hadden ze allemaal hun eigen worteltjeshoop voor hun eigen huizen
liggen, en als ze eens een andere soort wilden eten, die ze zelf niet
hadden,
dan moesten ze gaan kijken of ze met iemand anders konden ruilen. Al snel kwamen ze af en aan naar elkaars worteltjeshoop, en als, aan het
einde van de dag, het werk eropzat, waren ze nog uren bezig met het ruilen
van worteltjes, tot ze alle soorten in huis hadden gehaald die ze nodig
hadden, of beter gezegd, die ze dachten nodig te hebben. "Dat is me toch wat", zeiden de luiwammessen tegen elkaar. Voor hen
was er natuurlijk niet langer de gemeenschappelijke worteltjeshoop,
waarvan ze naar hartelust konden eten. Maar ieder van hen trok een andere
les uit deze situatie. Sommigen zeiden: "Oke, dan zal ik wat harder
moeten werken." Maar dat was niet zo eenvoudig, want wanneer iemand van
hen een veldje gevonden had om zijn of haar worteltjes te planten, was er
meestal wel iemand die zei :"He daar, ik heb hier altijd worteltjes
geplant. Dit is mijn veldje." Maar weer anderen trokken gewoonweg naar de huizen van de rijkere mensen,
en namen van de aangelegde worteltjesvoorraden gewoon weg waar ze op dat
moment zin in hadden om te eten. "Wij namen altijd van de
gemeenschappelijke hoop. En nu er heel veel hopen zijn in plaats van die
ene grote, dan zijn dat toch gewoon veel gemeenschappelijke hopen bij
elkaar. In elk geval, wij nemen gewoon waar we zin in hebben." Natuurlijk vonden de rijke mensen dat helemaal niet leuk, en een aantal
begonnen hekken te bouwen rond hun worteltjesvoorraad. En al snel moest
iedereen een hek voorzien rond zijn eigen voorraad, want hoe meer hekken
er gebouwd werden, hoe meer de onverbeterde luiwammessen, die alles wilden
laten zoals het was, gewoon naar de worteltjeshopen gingen,waarrond nog
geen hek stond. Het duurde niet lang, of iedereen, die zijn eigen worteltjeshoop had, had
er ook een hek omheen staan. Na hadden ze, als hun werkdag erop zat, niet
enkel turen werk met
het ruilen van de verschillende soorten, maar ook met het in orde
houden en herstellen van de hekken, en met erover te waken dat niemand er
overheen klauterde. Na een tijdje begonnen sommigen te mopperen: "Vroeger konden we na het
werk met z'n allen samenzitten bij de grote worteltjeshoop , we
vertelden moppen en speelden haasje-over. Nu moeten we na het werk
allemaal thuis blijven zitten om op onze wortels te letten en onze hekken
te herstellen. En de volgende morgen zijn we gewoon doodmoe, en kunnen
niet eens nieuwe worteltjes planten. Om bepaalde redenen hebben we nu veel
meer omhanden dan vroeger, maar onze worteltjesoogst wordt er niet groter
op." Toen stelden sommige mensen voor om naar het oude systeem terug te keren,
met de grote gemeenschappelijke worteltjeshoop. "Het is beter" zeiden
ze, "om die enkele luie niksnutten te eten te geven, dan onszelf
voortdurend af te jakkeren met ruilen en het steeds weer herstellen van
die hekken." Maar de rijkste mensen zeiden dan: "Nee, als we terugkeren naar het oude
systeem, betekent dat dat niksen toegestaan is. Dan wil snel iedereen
niksen en gaat er uiteindelijk niemand meer overblijven die
worteltjes wil planten, en dan verhongeren we allemaal." "Maar dat gaat helemaal niet gebeuren," zeiden de anderen: "voor de
meeste mensen is het gewoon veel te vervelend om te zitten niksen en naar
de vogeltjes te fluiten. Geloof ons maar, er zijn er echt maar een enkelen
bij, die echt lui willen zijn! Worteltjes planten is toch gewoon leuk!" "Nee," zeiden de rijksten: "Worteltjes planten is helemaal niet zo
leuk. Alleen worteltjes hebben, dat is pas leuk. Doen jullie je zin maar,
en deel jullie worteltjes maar met de luiwammessen. Wij breken onze hekken
in geen geval af!" "Verdorie", zeiden enkelen van de beetje rijken: "Als de hele rijken
niet met ons meedoen, dan kunnen we onze hekken ook maar beter houden. Zo
veel hebben we nu ook weer niet, dat we het allemaal zomaar kunnen delen
met de luiwammesen." En de beetje armen zeiden: "Wel, als wij de enigen zijn die moeten
delen, dan zal iedereen te weinig hebben. Daar kunnen we niet
aan meedoen. Wij zullen dus ook onze hekken moeten laten staan." En dus deden ze gewoon verder zoals ze bezig waren. En zelfs terwijl
iedereen best wist dat ze nu toch echt veel meer werk hadden dan vroeger,
en bovendien niet meer worteltjes hadden, konden ze het toch niet
terugkeren naar het oude systeen. Maar er gebeurden wel enkele andere interessante dingen. Sommigen van
diegenen, die geen grote velden hadden, gingen naar een aantal van de
rijkeren toe, en zeiden: "Luister, als ieder van jullie mij elke dag
enkele worteltjes geven, zal ik in ruil daarvoor op jullie worteltjeshoop
passen." Nog anderen kwamen met
een ander idee op de proppen: "Ik herstel de hekken van diegenen,
die mij worteltjes geven." En nog anderen gingen huis aan huis en zeiden: "Geef me wat van je
worteltjes, en ik zal ze voor je ruilen, als ik elke vijfde wortel zelf
mag houden." Zo ging het een tijdje door, tot sommigen in hun haren begonnen te krabben
en zeiden: "Eigenglijk zou ik nu toch meer tijd moeten hebben, maar in
plaats daarvan moet ik nog meer worteltjes planten, zodat ik de
hekkenhersteller, de nachtwaker en de worteltjeshandelaar kan betalen." En weer trachtten sommige mensen de anderen te overhalen om toch terug
naar het oude systeem van de gemeenschappelijke worteltjeshoop over te
schakelen, en de hekken af te breken. Maar vreemd genoeg waren het niet
alleen de rijksten, die tegen die idee waren, maar de armsten ook: "Willen jullie ons werk afpakken?" riepen de hekkenherstellers. "Hoe gaan we dan ons brood verdienen?" riepen de nachtwakers. "Wil je dat we omkomen van de honger?' riepen de worteltjeshandelaars. Tja, en toen deden ze maar verder zoals ze bezig waren.
Deze site heeft zelf gepubliceerde inhoud door geregistreerde gebruikers. Als u opmerkt dat iets op spam of misbruik lijkt, neemt u dan a.u.b. contact op met de auteur.
|